In een visienota die we intern hebben gemaakt voor verenigingsondersteuning,  heb ik wat stellingen gedropt als eye opener. Ze komen uit het boek ‘Van invaller tot kernspeler’ geschreven door Paul De Knop.

  • Sport zal meer een middel worden tot integratie en fysieke conditieverbetering, dan een doel op zich.
  • Kwantiteit alleen kan nog moeilijk als basis voor subsidiëring dienen. Kwaliteitscriteria dienen mee in rekening gebracht te worden.
  • De overheid zal zich meer terugtrekken als organisator en promotor van de sport en zal meer het accent leggen op de kwaliteitsbewaking van gesubsidieerde programma’s en/of organisaties.
  • De sport zal een steeds grotere concurrentie ondervinden van andere vrijetijdssectoren waar het systeem van IKZ al ingang gevonden heeft (o.a. het jeugdwerk)
  • De topsport zal zich ontwikkelen als een onafhankelijke tak met zijn eigen wetten en normen.
  • Een professionele ondersteuningsstructuur kan gemakkelijk een zichzelf instandhoudende en vergrotende dynamiek krijgen, waarbij verenigingen “hulpafhankelijke cliënten” worden, die zonder de steun van de nieuwe professionals niet meer kunnen overleven. Die ondersteuning moet gericht zijn op het zichzelf overbodig maken. Overigens verhoudt die doelstelling zich slecht tot de aspiraties van de ondersteuners als nieuwe beroepsgroep.

 

Weergaven: 193

Reacties op vraag/bericht

Jeugd, cultuur en sport zijn daarom geen concurrenten...ze kunnen ook samenwerken en mooie projecten maken.
Bedankt. Ontvangst was super !
Leg alleen volgende keer uit aan Roel ... Dat het KORFbal is :-)

Dag Freek

Dat de overheid zich meer zal terugtrekken als organisator en promotor van de sport zou wellicht eens werkelijkheid kunnen worden. Dit zal bijna automatisch gebeuren wanneer er om besparingsredenen minder middelen ter beschikking gesteld worden. Back to basic wordt in onze gemeente gefluisterd.

En dan zal sport, zeker wanneer we in een overkoepelend sector vrije tijd opgenomen worden, mogelijk concurrent worden van andere vrijetijdsdiensten. Doch het doel is niet zozeer concurrent van elkaar worden, dan wel samenwerken aan activiteiten die de vrijetijdssector dan belangrijk vindt. Als sportfunctionaris zal je dan de kar van sport moeten trekken en veel overredingskracht moeten hebben om de sport op de kaart te zetten. Gaan we dan terug naar de tijd dat sport moest opboksen tegen de grote C(ultuur) en nu ook de grote T(oerisme)? De sportdienst heeft dan ook een 'sterke' man/vrouw nodig in het schepencollege en is best goede maatjes met het managementteam.

Logisch gevolg is wellicht dat de professionele sector zich meer zal ontwikkelen als organisator van de sport.

En dat verenigingen hulpafhankelijke cliënten worden, staat als een paal boven water. Dit zal zeker het geval zijn als ook de subsidiëring verminderd wordt om besparingstechnische redenen.

Toch een beetje angst voor de sportieve toekomst.

Enkele aanvullingen of bedenkingen mijnentwege op deze eye openers van Freek.

 

Dat sport ook als middel kan gebruikt worden is een meerwaarde t.o.v. andere sectoren en moeten we dan ook als extra troef gebruiken!

Hoe hoger de kwantiteit in een club, hoe moeilijker de kwaliteit te handhaven is. Bij mijn weten houdt geen enkel subsidiereglement hiermee rekening.

De overheid zal zich in de toekomst meer gaan focussen op ondersteuning, coördinatie en het invullen van hiaten in het toeleidingsaanbod

Naast topsport zal ook competitie- en recreatiesport verder uit elkaar groeien. Het zijn 2 werelden met verschillende doelstellingen, mentaliteit, gebruiken,...!

Verenigingsondersteuners moeten de creativiteit bij clubs stimuleren, opportuniteiten zichbaar maken, "go between" spelen tussen clubs, de sterke kanten van clubs in de picture zetten, transfers tussen clubs m.b.t. kennis en kunde stimuleren,...maar geen taken van clubbestuurders overnemen!

RSS

© 2024   Gemaakt door Netwerk Lokaal Sportbeleid.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden